Viewer Zand en Grind: schermindeling

 

 

1  Keuze kaartlagen en zandsoort

 

Rolmenu zand

Voor het maken van grondstofkaarten (scherm 2 en 3) worden opbrengsten aan zand en grind berekend op basis van grondsoort- en korrelgrootte-informatie. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de zandmediaan (ß zoek op in “Grondsoorten en delfstoffen bij naam”). Zand en grind zijn in de opbrengstkaarten samengenomen, omdat de geologische en industriële definities te ver uiteen lopen voor een statistisch verantwoorde uitsplitsing op grond van onze boorinformatie. Wel wordt aangegeven waar er voornamelijk grind verwacht mag worden (in Limburg, kaartlaag “Grindverbreiding”). Afhankelijk van de gekozen zandcategorie is het aandeel van de grindvoorraad overigens maximaal 2% van het Nederlandse totaal tot 50 m -mv.

Er kan gekozen worden uit drie categorieën: Zand 0-4 (en grover), Zand 0-1 (en grover) en Alles (incl. grind):

·         Zand 0-4 is een grof industriezand (betonzand), waarvan de korrelverdeling loopt van 0 tot 4 mm (meer info in Grondsoorten en Delfstoffen bij Naam).

·         Zand 0-1 is een fijn industriezand (drainagezand, asfaltzand, metselzand), met een verdeling tussen 0 en 1 mm (meer info).

·         Onder “Alles” wordt niet gedifferentieerd op basis van korrelgrootte.

·         Industriezand is industrieel geproduceerd zand, waarbij gewonnen natuurlijk zand wordt gescheiden in verschillende fracties, waaruit vervolgens mengsels worden samengesteld die voldoen aan de eisen voor verschillende toepassingen (meer info).

 

Rekening houdend met de korrelverdelingen van gangbare 0-1 en 0-4 zanden, maar ook met de sterk wisselende kwaliteit van de onderliggende gegevens, is een eenvoudige relatie tussen grondsoort en opbrengst gelegd:

 

Zandmediaan (µm)

Opbrengst zand 0-1 (%)

Opbrengst zand 0-4 (%)

<105

0

0

105-210

50

0

210-420

100

50

>420

100

100

 

Zie verder:

·         De technische gegevens

·         Van der Meulen MJ, Van Gessel SF, Veldkamp JG: Aggregate resources in the Netherlands. Netherlands Journal of Geosciences 84(3), 397-387, 2005

 

Rolmenu deklaag

De deklaag is hier gedefinieerd als een pakket klei, leem of veen dat het te winnen zand of grind afdekt. Een deklaag moet worden verwijderd voordat met winning kan worden aangevangen; de deklaagdikte bepaalt in belangrijke mate de economische winbaarheid van het onderliggende materiaal. Bij een dikte hoger dan de hier opgegeven waarde, worden aanwezige voorraden (zie 2) niet meer als geologisch winbaar aangemerkt (zie 3). De aanbevolen waarde voor land is 5 m, voor de grote wateren 2 m. Andere waarden zijn voornamelijk gegeven om inzicht te geven in de afhankelijkheid van dit belangrijke winbaarheidscriterium. Er is een vergelijkbaar criterium voor zgn. stoorlagen (tussenlaag van klei, leem of veen); dit is gezet op 2 m en niet instelbaar.

 

Rolmenu diepte

Er kan worden ingesteld tot welke diepte voorraden worden getoond. Het maximum hierbij is 50 m, waarmee het dieptebereik van de meeste zand- en grindwinningen bestreken wordt. Bovendien loopt hieronder de gegevensdichtheid zodanig terug dat onvoldoende betrouwbaarheid wordt geboden.

 

Keuze overige kaartlagen

Ter topografische referentie worden naar keuze grenzen, steden, spoorwegen en waterwegen weergegeven. Boringen, die kunnen worden geraadpleegd via Dinoloket, worden getoond bij voldoende ver inzoomen.

 

3 Kaart geologisch winbare voorraad zand en grind

In het rechter kaartscherm worden de geologische winbare hoeveelheden zand en grind weergegeven, uitgaand van de onder 1 gemaakte keuzes voor zandsoort, deklaagdikte en dieptebereik. Voor alle getoonde resultaten geldt een disclaimer.

 

4 Legenda zandkaarten

 

5 Voorraadinformatie

Door met de tool “voorraadinformatie” op de linker kaart te klikken, worden voor het geselecteerde punt de schattingen van totale en winbare voorraden gegeven (cumulatieve dikten in m).

 

6 Bodemsamenstellingsdiagram

Door met de toolbodemsamenstellingsdiagram” (2) op de rechter kaart te klikken, wordt hier de bodemsamenstelling (zie 7) gegeven rond het gekozen punt (zie 8). De samenstelling wordt gegeven als functie van diepte en biedt een globale indruk van de bodemopbouw.

 

7 Legenda bodemsamenstellingsdiagram. “Zand en grind”, “middelgrof zand” en “fijn zand” corresponderen respectievelijk met mediaanklassen < 210 µm, 210-420 µm en > 420 µm.

 

8 In de Kaart bodemsamenstellingsdiagram wordt gekozen voor welk gebied rond het gekozen punt (zie 5) een diagram wordt gemaakt (2 bij 2 km, 5 bij 5 km, 10 bij 10 km, 20 bij 20 km).

 

 


Schermresolutie: De viewer werkt het beste bij een resolutie van minimaal 1024 x 768 pixels. Gebruikers van MS Internet Explorer gebruik F11 voor schermmaximalisatie


·         Terug naar de hoofdpagina